In dit artikel lees je hoe Faqta Nederlands eruitziet in groep 4 en welke verschillen er zijn met groep 5 t/m 8.
In groep 4 hebben leerlingen net leren lezen en schrijven. Vanaf de start van het schooljaar van groep 4 komen er normaliter allemaal nieuwe vakken: Taal, Spelling, Begrijpend Lezen en Technisch Lezen. Ze moeten nog wennen aan al die methodes en aan schrijven in een schrift. Bij Faqta Nederlands hoeven ze in dit geval ‘maar’ twee vakken aan te leren: Faqta Nederlands én je losse spellingsmethode. Dat geeft rust in je programma.
Faqta Nederlands voor groep 4
Met Faqta Nederlands wordt er klassikaal les gegeven in groep 4. De aanspreekvorm van de lesstof is gericht op de groep (‘jullie’, i.p.v. ‘je/jij’).
Bij de planning van Faqta Nederlands voor groep 4 wordt rekening gehouden met het E3/M4 niveau bij het allereerste thema. Schrijfregels hebben steunlijnen op het werkblad en voor elke regel staat een nummer.
Groep 4 leerlingen werken niet zelfstandig op het platform, zij werken op papier, ook bij de taalbeschouwingslessen. Ondanks dat de leerlingen niet zelfstandig op het platform werken, worden er ook voor groep 4 bronnen zoals podcasts, video’s en beeldverhalen gebruikt. Die behandel je klassikaal.
In de themavoorbereiding voor groep 4 staat een extra uitleg over “Hommel-lezen” (Hardop Ondersteund Makkelijk Lezen). Dit kan je als leerkracht gebruiken voor het voorbereiden of uitvoeren van de Faqta Nederlands lessen.
Thema- en lesopbouw groep 4
Groep 4 heeft volledig dezelfde thema-opbouw als groep 5 t/m 8. Je wil ook in groep 4 elke dag bezig zijn met taal. De lesopbouw verschilt licht ten opzichte van de lesopbouw van groep 5 t/m 8. Er zijn voor groep 4 geen open vragen op het platform, in geen enkel deel van de les, zodat je de hele les altijd klassikaal kan geven. Ook zijn er in deel 2 en 3 extra oefenmomenten in de tegels voordat de leerlingen aan de slag gaan met het leerwerkschrift.
Tijdens de begrijpend lezen lessen wordt in elke tegel actief gestuurd op het modelen en samen oefenen: de eerste keer met een video, de rest met het script uit de themavoorbereiding. Bij deel 1 en 4 wordt er ook gemodeld op het begrijpen van de bron.