In dit artikel worden tips en handvatten gegeven hoe je onderzoekend leren in de klas kunt begeleiden. De verschillende rollen die je kunt aannemen in de verschillende onderzoeksstappen worden toegelicht.
Uit onderzoek blijkt dat de rol van de leerkracht essentieel is bij onderzoekend leren. Leerlingen hebben behoefte aan gepaste sturing en ondersteuning. De leerkracht kan tijdens het onderzoekend leren verschillende rollen aannemen. Lees in dit artikel welke rollen jij als leerkracht kan aannemen bij het begeleiden van je leerlingen.
Rol van didacticus
Tijdens de eerste twee stappen van de onderzoekscyclus draag je inhoudelijke kennis over aan de leerlingen. Je vervult de rol van didacticus door te zorgen dat leerlingen een kennisbasis ontwikkelen over een bepaald thema of onderwerp. Het verduidelijken of herhalen van kennis uit de tegels zorgt ervoor dat de leerlingen een uitgangspunt hebben om vanuit eigen vragen het thema of onderwerp verder te verkennen. Als leerkracht is het belangrijk om de vakinhoudelijke doelen voor ogen te hebben en de leerinhoud en materialen hierop aan te passen. Als didacticus denk je na over de vormgeving van de fysieke omgeving en de beschikbaarheid van hulpmiddelen en materialen. Verder geef je instructie aan de leerlingen over hoe ze bepaalde hulpmiddelen kunnen gebruiken.
Rol van pedagoog
Om onderzoekend leren te doen slagen, is het belangrijk dat je als leerkracht een onderzoekend klimaat in de klas creëert. Hierbij is het belangrijk dat je zelf het goede voorbeeld geeft van een onderzoekende en kritische houding. Laat aan leerlingen zien hoe jij je verwondert over de wereld en wat je nieuwsgierig maakt. Na of tijdens het bekijken van de tegels kun je de leerlingen meenemen in jouw gedachten en stel je hardop de vragen die bij je opkomen. Verder heb je als pedagoog de taak om een veilige omgeving te creëren waarin leerlingen gesprekken durven te voeren, vragen durven stellen, en elkaars ideeën respecteren. Ook moet de omgeving vertrouwd voelen om onderzoeksvragen samen te onderzoeken.
Rol van coach
Onderzoekend leren houdt niet in dat je leerlingen volledig vrij aan de slag laat gaan. Enige begeleiding is hierin wenselijk. Tijdens de verschillende fasen van de onderzoekscyclus coach je het leerproces van de leerlingen. Hierbij is het belangrijk dat je bereid moet zijn om de controle enigszins uit handen te geven en de leerlingen zelf ervaringen op te laten doen. Je hoeft de leerlingen niet te behoeden voor iedere misstap. Van tegenslagen en fouten leren de leerlingen om kritisch naar hun eigen werk te kijken en komen ze erachter hoe hun eigen keuzes geleid hebben tot de uiteindelijke resultaten. Als coach is het belangrijk dat je de leerlingen ondersteunt door:
- Het begeleiden van gesprekken. Je spoort de leerlingen aan om met elkaar in gesprek te gaan en ideeën uit te wisselen over het onderzoek. Tijdens deze gesprekken doe jij als leerkracht mee (model je gesprekstechnieken) en observeer je de leerlingen op een bepaald aandachtsgebied (bijvoorbeeld: uitwisselen van ideeën en gedachten, leren naar elkaar te luisteren, stimuleren om te leren redeneren, leren voort te bouwen op elkaars ideeën en leren reflecteren op het verloop van het gesprek).
- Het bieden van ondersteuning die aansluit bij de behoefte van de leerling. Af en toe hebben leerlingen een zetje nodig van jou als leerkracht om hun leerproces naar een hoger niveau te tillen. In plaats van gelijk het antwoord te geven, probeer je erachter te komen waar het knelpunt zit voor de leerling (stellen van een diagnose). Vervolgens bied je hulp aan door bijvoorbeeld het geven van hints, feedback en hulpmiddelen. Om de voortgang van het leerproces te waarborgen kan je onderwerpen afbakenen of de uitvoering van de stappen van de onderzoekscyclus controleren.